Jongeren interviewen jongeren
De spanning zat er goed in. Het idee om je onderzoek straks te presenteren aan allemaal onbekende mensen is toch wel een stap verder dan de resultaten op papier zetten. Ondanks de spanning zijn ze alle drie gekomen, zelfs één jongeren die op diezelfde dag geopereerd was.
Langzamerhand druppelde de zaal vol met teamleden van CJG Oldebroek, de bestuurder van Stichting Jeugd Noord-Veluwe en de beleidsmedewerker van de gemeente Oldebroek.
Iedereen werd hartelijk ontvangen door de jongeren zelf en vervolgens na wat drinken en wat lekkers begonnen de jongeren aan hun presentatie.
De resultaten werden op een leuke, interactieve wijze gepresenteerd wat de jongeren zelf hadden bedacht. Na de vragenronde konden ze eindelijk weer een beetje bijkomen van de spanning.
We zijn erg blij met de resultaten en ook wel trots op deze jongeren wat zij hebben weten neer te zetten. De jongeren hebben zich betrokken gevoeld bij het proces en vonden het leuk om dit samen neer te zetten. Vanuit hun eigen ervaringen hebben zij zelf de vragen bedacht en de interviews afgelegd wat tot mooie resultaten heeft geleid.
Heel erg bedankt!!!
Wil je weten wat er uit is gekomen?
Lees dan de resultaten hieronder. Onderaan staan nog wat foto's van deze toppers!!
Goede jeugdhulp maak je samen!
Oldebroek, 27 juni ’23
Wat vooraf ging aan het verslag
De medewerkers van het Centrum voor Jeugd en Gezin Oldebroek willen graag weten wat jongeren van de zorg voor de jeugd in Oldebroek vinden. Wat gaat er goed en wat kan er beter? Vandaar dit Q4C (Quality for Children) traject waarbij jongeren met elkaar de interviewvragen hebben bedacht en elkaar en andere jongeren hebben geïnterviewd over hun ervaringen met het Centrum voor Jeugd en Gezin in Oldebroek.
Er hebben 10 jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar mee gewerkt aan dit traject. De informatie vanuit de interviews is in het verslag onderverdeeld in verschillende thema’s.
Oh ja, in de interviews worden door de jongeren zowel de term medewerker als hulpverlener gebruikt, vandaar dat in het verslag beide termen staan. Hier wordt steeds hetzelfde bedoeld.
De kennismaking met de medewerker van het CJG
De jongeren hebben allemaal verschillende ervaringen wat betreft hun kennismaking met het CJG. Er vertelt een jongere pas na een heel lange weg met complicaties bij het CJG terecht te zijn gekomen. Er vertelt ook een jongere dat de kennismaking een beetje heftig was, emotioneel. Soms is een eerste kennismaking spannend, soms ook moeilijk en zwaar. Zo noemt een jongere dat zijn/ haar ouders erbij waren en dat niet alles positief was wat er door hen werd gezegd. Toch, ook al was het misschien een lange weg, emotioneel, spannend of moeilijk en zwaar, de kennismaking is voor alle jongeren uiteindelijk een positieve ervaring geweest. Ze vertellen dat ze de medewerker een aardig of fijn persoon vonden, soms zelfs een heel fijn of heel aardig persoon. Er werd gezorgd voor koffie of chocolademelk. Er noemen een aantal jongeren dat er meteen sprake was van een klik. Jongeren noemen als positief dat er op een rustige manier werd kennis gemaakt. Er werden goede vragen gesteld. Tot slot noemt er nog een jongere dat de kennismaking thuis plaats vond, waardoor de jongere zich op z’n gemak voelde.
Vertrouwen, wat durven te delen met de medewerker van het CJG
De jongeren hebben allemaal vertrouwen in hun hulpverlener. Wat een mooi compliment! Wat maakt dat ze dat vertrouwen hebben? De medewerkers van het CJG zijn aardig. Ze stellen je op je gemak. Soms geven ze je zonder dat dit goed uit te leggen is, gewoon een veilig of een goed gevoel. De jongeren vinden een luisterend oor hierin belangrijk, dat de hulpverlener zijn/ haar best doet om echt te helpen. Soms een beetje kritisch zijn mag ook, maar niet de hele tijd.
Stel dat jongeren het lastig vinden om wat te delen met de medewerkers van het CJG dan kan het helpen om elkaar eerst wat beter te leren kennen, ook leuke gesprekken met elkaar te voeren en niet meteen heel moeilijke vragen te stellen. De jongeren vinden het belangrijk dat er interesse in hen wordt getoond. Ze willen erop kunnen vertrouwen dat de informatie die ze delen niet zomaar wordt gedeeld met anderen. Het is ook fijn als de medewerkers van het CJG duidelijk zijn en als ze voorbeelden geven als een jongere iets niet snapt of iets niet meteen durft te delen.
Wat ervaar jij als een prettig gesprek?
Sommige jongeren vinden het fijn als ze zelf vrijuit mogen vertellen. Ze praten makkelijk en graag. Sommige jongeren helpt het als de hulpverlener vooral veel vragen stelt. Zij geven aan dat het helpt om wat meer of makkelijker te praten. De ene jongere noemt dat het helpt om minder snel dingen te vergeten te vertellen. De andere jongere geeft aan dat het structuur aan het gesprek geeft, wat fijn is voor het hoofd. Er zijn ook jongeren voor wie het fijn is dat ze en vrijuit mogen vertellen en dat er vragen worden gesteld. Zo noemt een jongere dat het fijn is als het niet te professioneel is, meer als een gesprek met een vriendin. Er mag ook af en toe een grapje gemaakt worden tussendoor. Jongeren snappen soms de vraag niet, of ze moeten even nadenken over het antwoord.
Stelt je hulpverlener je persoonlijke vragen? Hoe is dat voor jou? Als je dat lastig vindt, wat kan jouw hulpverlener dan doen om dat makkelijker voor jou te maken?
De vragen die gesteld worden, zijn heel vaak persoonlijke vragen. Ze gaan over het persoonlijke leven van de jongeren, hun gevoelens, hun thuissituatie. Er wordt ook door gevraagd. De meeste jongeren vinden dit prima. Sommige jongeren geven nadrukkelijk aan dat ze het zelfs fijn vinden persoonlijke vragen te beantwoorden. Ze kunnen dan gerust hun verhaal kwijt bij iemand die daarnaar vraagt en ook luistert. Het is dan wel belangrijk dat je je hulpverlener vertrouwt en dat je weet dat de informatie in goede handen is. Soms is dat eerst wel even eng, erop vertrouwen dat wat je deelt niet zomaar wordt door verteld.
De jongeren noemen ook dat ze snappen dat er persoonlijke vragen worden gesteld, omdat het handig is dat de hulpverlener hen beter leert kennen. Er zegt een jongere dat ze de hulpverlener alles probeert te vertellen, zodat ze goede hulp krijgt. Sommige jongeren hebben er ook moeite mee om persoonlijke vragen te beantwoorden, of over hun gevoelens te praten. Sommige vragen zijn lastig te beantwoorden.
Als het voor jongeren lastig is om persoonlijke vragen te beantwoorden, helpt het als de hulpverlener de tijd neemt. ‘Geduldig is ze!’ zo antwoordde een jongere. De hulpverlener mag best gewoon even stil zijn, er geen druk op leggen. Soms helpt het om eerst een andere vraag te stellen, er later nog eens op terug te komen. Soms helpt het als de vraag op een andere manier wordt gesteld, of met een betere uitleg erbij. Er noemt een jongere dat een opbouw in de vragen kan helpen, rustig beginnen, dat je eerst een beetje op je gemak wordt gesteld.
Weet je wat er gebeurt met de informatie die je met je hulpverlener deelt? Wat vind je hierin belangrijk?
Sommige jongeren hebben helder wat er gebeurt met de informatie die ze met hun hulpverlener delen. Ze weten van hun dossier, weten welke informatie wel en niet gedeeld wordt en met wie. Er zijn ook jongeren die dat niet weten. Ze vinden dat ook niet allemaal even belangrijk. Zo noemt een jongere dat dit haar wel altijd wordt verteld, maar dat ze dan een beetje weg droomt. Er vertelt een andere jongere dat het hem niet heel veel uitmaakt wat er mee wordt gedaan. De meeste jongeren vinden het vooral belangrijk dat de afspraken die ze maken over met wie de informatie wel en niet gedeeld wordt nagekomen worden. De afspraken die de jongeren noemen, gaan vooral over welke informatie wel en welke niet met ouders wordt gedeeld. Ze willen dat er vertrouwelijk met de gesprekken wordt omgegaan. Er noemen veel jongeren dat ze dat vertrouwen ook hebben in hun hulpverlener.
Vind je het okay hoe de hulpverlener jou behandelt? Wat vindt je hierin belangrijk/ welke tips wil je hulpverleners hierin geven?
De jongeren zeggen allemaal ‘Ja’ op de vraag of ze het okay vinden hoe de hulpverlener hen behandelt. Ze geven de volgende complimenten over de behandeling:
- Fijn.
- Niet te professioneel, gewoon vriendelijk.
- Echt heel erg aardig.
- Ze stelt haar vragen op mij af.
- Hij geeft tips en luistert goed.
- Ik vind het heel fijn dat ik degene met wie ik praat heb. Ik ga er wel met plezier heen.
- Ja, ik vind dat ze het goed doet.
De jongeren hebben ook tips voor. hulpverleners:
- Rustig praten, iemand geruststellen als hij/ zij geen antwoord op een vraag heeft.
- Respect en geduld, een tip is misschien wat minder doorvragen.
- Geduld, de tijd nemen en misschien ook wel niet te moeilijke vragen bedenken; normale vragen bedenken.
- Hou het privé wat er wordt besproken.
- Stel iemand op zijn gemak.
- De gesprekken mogen wel iets langer duren.
Ziet je hulpverlener jou als meer dan alleen je probleem?
De jongeren hebben allemaal het gevoel dat hun hulpverlener hen als meer ziet dan alleen als hun probleem. Ze vinden dit fijn. Ze noemen als voorbeelden dat er met respect met hen wordt omgegaan. Er wordt ook positief gepraat, complimenten gegeven. De omgang voelt als vrienden, noemt een jongere. De gesprekken gaan ook over leuke dingen, zoals muziek of hobby’s. Er beschrijft een jongere heel mooi dat als er irritatie is in een gezin, dat dit overal in zit en niet in één persoon.
Hebben jij en je hulpverlener dezelfde doelen voor ogen?
De jongeren vertellen allemaal dat ze dezelfde doelen voor ogen hebben als de hulpverlener. Ze praten er met elkaar over. De doelen zijn duidelijk. Er vertelt een jongere dat haar aan het begin werd gevraagd wat haar doelen waren, wat ze wilde bereiken en hoe de hulpverlener haar daarbij kon helpen. Ze zijn daar nu samen mee bezig.
Als er meer mensen bij jou betrokken zijn, heb je dan het gevoel dat zij ook samenwerken en met elkaar overleggen? Voel jij je daar ook bij betrokken, ben je ervan op de hoogte? Hoe zou je dit willen?
De meeste jongeren hebben wel het gevoel dat de betrokkenen met elkaar samenwerken en met elkaar overleggen. Ze noemen als voorbeelden contact tussen het CJG en school, of onderling contact tussen medewerkers van het CJG. Er zijn ook jongeren die aangeven dat er geen of weinig onderling overleg is. De behoefte van jongeren op dit punt is verschillend. Er is aan de ene kant wel begrip voor dat er samenwerking en overleg is. Sommige jongeren vinden dit handig, of zelfs fijn. Dan is iedereen van hetzelfde op de hoogte. De situatie wordt duidelijk door erover in gesprek te gaan. Daarna heeft iedereen dezelfde doelen en dezelfde aanpak voor ogen. Dit is belangrijk voor de jongeren. Soms is overleggen met zoveel mensen die om je heen staan ook moeilijk. Er noemt een jongere dat de ene soms ergens heel anders over denkt dan de andere, maar dat er dan wordt gepraat tot er uiteindelijk één conclusie komt. Soms kan een jongere door zoveel overleg met betrokkenen ook het gevoel krijgen dat wat ze aan de ene vertelt ook door wordt verteld aan de andere.
De meeste jongeren voelen zich in meerdere of mindere mate betrokken bij de samenwerking of het overleg. Er wordt een voorbeeld gegeven waarbij een jongere zich heel erg betrokken voelt bij het proces, omdat alles met haar besproken wordt. Dit sluit aan bij wat een andere jongere hierover zegt, namelijk dat ze hoort wat er is besproken als er overleg is geweest. Er vertelt een andere jongere dat ze er altijd bij is als er een gesprek met de hulpverlener en met iemand op school. Er zijn ook jongeren die zich hier op sommige momenten wel en op andere momenten niet bij betrokken voelen. Ze weten niet altijd dat er een gesprek is. Soms horen ze niet wat er over hen besproken is. Soms wordt er iets over hen gedeeld wat best wel belangrijk is of waarvan ze niet willen dat het gedeeld wordt, zonder dat ze hiervan weten. De meeste jongeren vinden het belangrijk dat ze van tevoren weten wie met wie contact heeft en waarover. Ze willen dat er met hen wordt overlegd wat de hulpverlener (of de school) wel en niet deelt. Dit hoeft niet van iedere jongere tot in detail, maar wel de belangrijkste punten. De jongeren willen dat dit in gesprek met hen besproken wordt, niet via een berichtje of e-mailtje. Er is een jongere die zegt dat ze er graag bij wordt gehaald als er een gesprek over haar is.
Heb je je doelen bereikt of als je hulp nog niet is afgerond: ben je hier in ieder geval mee bezig/ werk je hier aan voor je gevoel?
De jongeren hebben op één na allemaal het gevoel dat ze bezig zijn met werken aan hun doelen. Sommige jongeren hebben hun doelen al bereikt, of al deels bereikt. Ze noemen voorbeelden van doelen die ze al bereikt hebben, zoals ‘rustiger en vriendelijker worden en niet gelijk heel boos worden’. Ze zijn ermee bezig doordat ze in gesprek met hun hulpverlener praten over wat ze hebben gedaan, wat er is gelukt, krijgen adviezen en vertellen dat ze merken dat ze vooruitgang boeken. Soms wordt een doel afgesloten. Soms komt er een nieuw doel bij. Stapje voor stapje, niet teveel tegelijkertijd. Er vertelt een jongere op het CJG klaar te zijn, maar ergens anders nog te werken aan doelen. Tot slot is er een jongere die aangeeft op een wachtlijst te staan, om ergens anders aan doelen te gaan werken.
Wat heb je nog nodig als de hulp is afgerond?
Sommige jongeren hebben er nog niet echt over na gedacht wat ze nog nodig hebben als de hulp is afgerond. ‘Dat duurt nog zolang.’ Sommige jongeren hebben een heel concreet antwoord zoals ‘medicijnen’, ‘ruimte voor mezelf’, ‘mijn doelen vast houden’ of ‘beter met elkaar omgaan in ons gezin’. De helft van de jongeren geeft aan dat ze graag na de afronding nog eens contact kunnen hebben met het CJG. Gewoon een gesprekje om te kunnen vertellen hoe het met je gaat, of als je zelf nog een keer wilt praten. Dat hoeft niet iedere week, gewoon af en toe. Er zegt ook een jongere dat het fijn is als het niet ineens ophoudt.
Als je iets zou kunnen veranderen in de hulpverlening, wat zou dit dan zijn? (Dit hoeft niet mogelijk te zijn, gewoon je wens of je droom.)
De jongeren zijn positief over hun ervaringen met het CJG. Ze geven aan dat het prima, goed of zelfs zeer goed gaat. Ze hebben ook tips, als antwoord op de vraag wat ze willen veranderen in de hulpverlening, of het nu mogelijk is of niet.
- Het CJG kan van tevoren iets duidelijker vertellen wat ze gaan doen. Dat helpt als je andere verwachtingen hebt, of als je je wilt voorbereiden.
- Het is fijn als je er eerder terecht kunt, in plaats van dat je lang moet wachten.
- De temperatuur mag naar beneden in de gespreksruimte. Het is er te warm.
- Leuke ruimtes, dat je geholpen wordt in een leuke ruimte in plaats van in een ruimte met saaie, witte muren.
- Het is fijn als er niet heel veel verschillende personen zijn die allemaal aan één stukje van jouw probleem werken en dat je afspraken hebt met één persoon en niet steeds afspraken hebt met andere personen.
- Dat je soms kunt bijpraten als er wat speelt; dat je er gewoon naar toe kunt als je hulpverlener er ook is.
- Het is fijn als de gesprekken wat langer kunnen duren, zodat je wat langer over dingen kunt praten.
- De hulpverlener kan misschien nog wat meer tips geven in wat je zou kunnen doen.
- Het is fijn als je er iets eerder contact met je wordt gezocht als je een e-mailtje hebt gestuurd.